Wozzol

Please check if the vocabulary list is correct before you learn it.

  • Engels Nederlands
  • anxious = nerveus
  • ashamed = beschaamd
  • at ease = op je gemak
  • bored = verveeld
  • confident = zelfverzekerd
  • courageous = moedig
  • delighted = opgetogen
  • excited = opgewonden
  • frightened = bang
  • grateful = dankbaar
  • guilty = schuldig
  • happy = gelukkig, blij
  • heartbroken = heel erg verdrietig
  • lonely = eenzaam
  • miserable = ellendig
  • proud = trots
  • satisfied = tevreden
  • shocked = geschokt
  • thrilled = heel erg blij
  • worried = bezorgd