EN
NL
FR
DE
ES
IT
Learn vocabulary
Tips
Study method
Start
Wozzol
Tips
Study method
About
Vocabulary lists
News
What can you do?
Learn vocabulary
Learn lines
Learn pictures
Explanation
FAQs
Articles
If you would like to learn more vocabulary in a foreign language please let us know.
Contact us
Vocabulary list
Vocabulary lists
Frans
ThiemeMeulenhoff
Libre Service vierde editie
VWO - Leerjaar 6 - 4e editie
6 vwo-Module Lire , LEÇON 9
Please check if the vocabulary list is correct before you learn it.
Actions
Open list to learn
Print the list as
flashcards
Export list as text file
Frans
Nederlands
le clou
=
de spijker
le gaspillage
=
de verspilling
sembler
=
lijken
l’accroissement (m)
=
de groei
immobilier
=
onroerendgoed- / huizen
détenir
=
bezitten (fig.)
se permettre (de)
=
zich veroorloven (om)
cesser
=
ophouden
prospère
=
welvarend
en résumé
=
samengevat
en outre
=
bovendien
c’est-à-dire
=
dat wil zeggen
s’abstenir de
=
afzien van
soit
=
te weten / dat wil zeggen
le mécontentement
=
de ontevredenheid
la répartition
=
de verdeling
entraîner
=
met zich meebrengen
l’avantage (m)
=
het voordeel
par conséquent
=
als gevolg daarvan
bénéficier
=
profiteren
rémunéré
=
beloond
rien qu’à
=
alleen al
l’éclater / l’éclatement (m)
=
het barsten / het uiteenbarsten
gâté
=
verwend
venir de
=
zojuist / net
acquérir
=
kopen
confiant
=
vol vertrouwen
l’élevage (m)
=
de veeteelt
le nombre
=
het aantal
délibérément
=
met opzet
le bifteck
=
de biefstuk
la charcuterie
=
de vleeswaren
saignant / à point / bien cuit
=
rood / medium / doorbakken
rôtir
=
roosteren
le gibier
=
het wild
le veau
=
het kalfsvlees
l’oie (f)
=
de gans
le porc
=
het varkensvlees
la dinde
=
de kalkoen
le bœuf
=
het rundvlees