Wozzol

Please check if the vocabulary list is correct before you learn it.

  • Frans Nederlands
  • décourager = ontmoedigen
  • sécher = drogen
  • relever de = afhangen van
  • comme (begin van de zin) = omdat
  • le pair = de gelijke
  • télécharger = downloaden
  • la coupure = het bankbiljet
  • s’approfondir = dieper worden
  • l’égout (m) = het riool
  • retirer (de l’argent) = pinnen
  • éloquent = veelzeggend / welsprekend
  • affirmer = bevestigen / beweren
  • en contradiction avec = in tegenspraak met
  • ensuite = vervolgens
  • la contrainte = de verplichting
  • accroître (accru) = vergroten (vergroot)
  • le geste = de daad / het gebaar
  • décevant = teleurstellend
  • viser à = mikken op / streven naar
  • récupérer = terugkrijgen
  • recourir à = zijn toevlucht nemen tot / een beroep doen op
  • exclure = uitsluiten / verwijderen
  • le fossé = de kloof
  • la poche = de (broek)zak
  • tirer la chasse (d’eau) = doortrekken (van wc)
  • flotter = drijven
  • face à = tegenover
  • les données (f pl) = de gegevens
  • effectuer = uitvoeren
  • le fichier = het bestand
  • sauvegarder = opslaan
  • l’ordinateur portable (m) = de laptop
  • le clavier = het toetsenbord
  • la souris = de muis
  • effacer = deleten
  • l’imprimante (f) = de printer
  • l’arobase (f) = het apenstaartje
  • l’écran tactile (m) = het touchscreen
  • le logiciel = de software
  • le lien = de link