Wozzol

Please check if the vocabulary list is correct before you learn it.

  • Frans Nederlands
  • l’exercice (m) = de oefening
  • la note = het cijfer
  • strict = streng
  • préférer = liever hebben
  • fermer = sluiten
  • la guitare = de gitaar
  • le mot = het woord
  • le jeu (vidéo) = het (computer)spelletje
  • jouer = spelen
  • regarder = kijken naar
  • la télé = de televisie
  • chercher = zoeken
  • commencer = beginnen
  • malade = ziek
  • les devoirs (m pl) = het huiswerk
  • le français = Frans
  • le livre = het boek
  • le cahier = het schrift
  • parler = praten
  • je fais (faire) = ik doe, maak (doen, maken)
  • le sac à dos = de rugtas
  • oublier = vergeten
  • donner = geven
  • demander = vragen
  • expliquer = uitleggen