Wozzol

Please check if the vocabulary list is correct before you learn it.

  • Frans Nederlands
  • le guichet = het loket
  • dépêche-toi ! = haast je!
  • la queue = de rij
  • la direction = de richting
  • changer = overstappen
  • descendre = uitstappen
  • la gare = het (trein)station
  • rater = missen
  • traverser = oversteken
  • la station = het (bus/metro)station
  • la ligne = de lijn (metro, bus, tram)
  • l’itinéraire (m) = de reisroute
  • l’aller-simple (m) = het enkeltje
  • l’aller-retour (m) = het retourtje
  • le billet = het (trein)kaartje
  • le quai = het perron
  • la voie = het spoor
  • le retard = de vertraging
  • la grève = de staking
  • le vol = de vlucht