Wozzol

Please check if the vocabulary list is correct before you learn it.

  • Frans Nederlands
  • se moquer de = uitlachen
  • la question = de vraag
  • le conseil = de raad
  • la solution = de oplossing
  • se sentir = zich voelen
  • se concentrer = zich concentreren
  • transpirer = zweten
  • l’orthodontiste (m) = de orthodontist
  • le dentiste = de tandarts
  • refuser = weigeren
  • se lever = opstaan
  • se coucher = gaan slapen
  • grossir = dik worden
  • malheureux, malheureuse = ongelukkig
  • être allergique à = allergisch zijn voor
  • se faire du souci = zich zorgen maken
  • répondre à = antwoord geven op
  • avoir peur de = bang zijn voor
  • la peur de l’échec = de faalangst
  • ridicule = belachelijk