Wozzol

Please check if the vocabulary list is correct before you learn it.

  • Frans Nederlands
  • le temps = de tijd
  • passer = doorbrengen
  • être en ligne = online zijn
  • discuter = praten, chatten
  • la réponse = het antwoord
  • vivre = leven
  • sans = zonder
  • malheureusement = helaas
  • envoyer = sturen, versturen
  • la carte postale = de ansichtkaart
  • le timbre = de postzegel
  • personnel, personnelle = persoonlijk
  • dernier, dernière = laatste, nieuwste
  • vieux, vieille = oud
  • la mémoire = het geheugen
  • plein = vol