Wozzol

Please check if the vocabulary list is correct before you learn it.

  • Frans Nederlands
  • la santé = de gezondheid / de rug
  • tomber malade = ziek worden / de buik
  • avoir mal à = pijn hebben aan / de arm
  • le corps = het lichaam
  • la tête = het hoofd
  • le nez = de neus
  • la bouche = de mond
  • l’oeil (m) = het oog
  • les yeux (m mv) = de ogen
  • l’oreille (v) = het oor
  • la main = de hand
  • le doigt = de vinger
  • la jambe = het been
  • le genou = de knie
  • la cheville = de enkel
  • le pied = de voet
  • le doigt de pied = de teen