Wozzol

Please check if the vocabulary list is correct before you learn it.

  • Frans Nederlands
  • aider = helpen
  • si ! = jawel!
  • laisser = laten
  • compter sur = rekenen op
  • nécessaire = nodig
  • pas du tout = helemaal niet
  • raconter = vertellen
  • viens ! = kom!
  • fâché = boos
  • incroyable = ongelooflijk
  • laisse tomber = laat het gaan
  • fou, folle = gek
  • tu as raison = je hebt gelijk
  • je me sens = ik voel me
  • pas de quoi = geen dank
  • c’est vrai = dat is waar