Wozzol

Please check if the vocabulary list is correct before you learn it.

  • Frans Nederlands
  • vers = ongeveer
  • l’arbre (m) = de boom
  • le mouvement = de beweging
  • l’amitié (f) = de vriendschap
  • s’entrainer = trainen
  • sembler = lijken
  • ici = hier
  • la façon = de manier
  • se déplacer = zich verplaatsen
  • la compétition = de competitie
  • l’équipement = de uitrusting
  • l’échauffement = de warming-up
  • avant de + infinitif = voordat
  • assez = genoeg zijn
  • le risque = het risico
  • contrôler = controleren
  • la solidité = de stevigheid
  • la météo = het weerbericht
  • si = als, indien
  • la prudence = de voorzichtigheid
  • la règle = de regel
  • indispensable = onmisbaar
  • s’éclater = uit zijn dak gaan
  • maitriser = beheersen
  • le corps = het lichaam