Wozzol

Please check if the vocabulary list is correct before you learn it.

  • Frans Nederlands
  • décrire = beschrijven
  • la personne = de persoon
  • l’objet (m) = het voorwerp
  • le bâtiment = het gebouw
  • le truc = het ding
  • la différence = het verschil
  • en bois = van hout
  • en plastique = van plastic
  • en métal = van metaal
  • lourd = zwaar
  • léger, légère = licht
  • les cheveux (m pl) = de haren
  • les yeux (m pl) = de ogen
  • la bouche = de mond
  • la peau = de huid
  • la forme = de vorm
  • rond = rond
  • carré = vierkant
  • la taille = de maat
  • l’endroit (m) = de plaats