Wozzol

Please check if the vocabulary list is correct before you learn it.

  • Frans Nederlands
  • poser une question = een vraag stellen
  • expliquer = uitleggen
  • le geste = het gebaar
  • le panneau = het bord
  • parfait = perfect
  • mal = slecht
  • la visite = het bezoek
  • plutôt = liever
  • la spécialité = de specialiteit
  • comme = zoals
  • environ = ongeveer
  • ensuite = vervolgens
  • un petit peu = een klein beetje
  • continuer = doorgaan
  • bête = stom
  • vous comprenez ? = begrijpt u?