Wozzol

Please check if the vocabulary list is correct before you learn it.

  • Frans Nederlands
  • tu habites = jij woont
  • où ? = waar?
  • loin = ver
  • dans = in
  • là-bas = daarginds
  • avec = met / bij
  • en retard = te laat
  • et = en
  • mais = maar
  • d’accord = oké
  • regarde ! = kijk!
  • écoute ! = luister!
  • zut ! = verdorie!
  • super ! = geweldig!