Wozzol

Please check if the vocabulary list is correct before you learn it.

  • Frans Nederlands
  • le boulot = het werk
  • le rêve = de droom
  • devenir = worden
  • le monde entier = de hele wereld
  • depuis = sinds
  • ainé(e) = oudste
  • se rappeler = zich herinneren
  • l’assiette (f) = het bord
  • vers = naar
  • recevoir (reçu) = ontvangen (ontvangen)
  • être bouleversé(e) = van streek zijn
  • l’expérience (f) = de ervaring
  • inoubliable = onvergetelijk
  • le spectateur = de toeschouwer
  • comme = omdat (aan het begin van de zin)
  • souvent = vaak
  • un étranger = een buitenlander
  • une étrangère = een buitenlandse
  • de plus en plus = steeds meer
  • supplémentaire = extra
  • malgré = ondanks
  • de mieux en mieux = steeds beter
  • ressembler à = lijken op
  • rendre = maken / teruggeven
  • incertain(e) = onzeker
  • la persévérance = het doorzettingsvermogen