EN
NL
FR
DE
ES
IT
Learn vocabulary
Tips
Study method
Start
Wozzol
Tips
Study method
About
Vocabulary lists
News
What can you do?
Learn vocabulary
Learn lines
Learn pictures
Explanation
FAQs
Articles
If you would like to learn more vocabulary in a foreign language please let us know.
Contact us
Vocabulary list
Vocabulary lists
Engels
Malmberg
All right!
3e editie - 2020
HAVO - Leerjaar 3
Hoofdstuk 6
Hoofdstuk 6.5
Please check if the vocabulary list is correct before you learn it.
Actions
Open list to learn
Print the list as
flashcards
Export list as text file
Engels
Nederlands
to debate
=
discussiëren; debatteren
to dominate
=
domineren
fight
=
gevecht; strijd
fierce
=
heftig; hevig
to battle it out
=
het uitvechten
to overtake
=
inhalen
annual
=
jaarlijks
contender
=
kanshebber
tough
=
moeilijk; zwaar
to be neck and neck
=
nek aan nek zijn
(un)fair
=
(on)eerlijk
to boast
=
opscheppen
ranking
=
(positie in een) ranglijst
competitive
=
prestatiegericht
reputation
=
reputatie
rivalry
=
rivaliteit
spectator
=
toeschouwer
to compete
=
wedijveren; meedingen
to fight off
=
weerstand bieden tegen
If I were to lose, I would be crushed.
=
Als ik zou verliezen, zou ik enorm balen.
If you take first place, I’ll eat my hat.
=
Als jij eerste wordt, eet ik mijn pet op.
They won’t get the trophy if they don’t win.
=
Ze zullen de trofee niet krijgen als ze niet winnen.
No doubt we’ll beat your team by miles.
=
Wij zullen jouw team zonder twijfel met een grote voorsprong verslaan.
It's unlikely that they’ll catch up with their rivals.
=
Het is onwaarschijnlijk dat ze gelijk zullen komen met hun rivalen.
I’ll bet we defeat them again.
=
Ik wed dat we ze weer zullen verslaan.
There's no chance of us winning.
=
We kunnen met geen mogelijkheid winnen.
It will be a head-to-head match.
=
Het gaat een nek-aan-nekrace worden.
I wouldn't be surprised if they lost the competition.
=
Het zou mij niets verbazen als zij de wedstrijd verloren.