Wozzol

Please check if the vocabulary list is correct before you learn it.

  • Engels Nederlands
  • charged for arson = beschuldigd van brandstichting
  • A man has been charged for arson.

    Er is een man beschuldigd van brandstichting.

  • count = onderdeel van de tenlastelegging
  • The count was arson with intent to endanger life.

    Het onderdeel van de tenlastelegging was brandstichting met de bedoeling om mensen in gevaar te brengen.

  • endanger = in gevaar te brengen
  • The count was arson with intent to endanger life.

    Het onderdeel van de tenlastelegging was brandstichting met de bedoeling om mensen in gevaar te brengen.

  • council office = gemeentehuis
  • The first fire was in a council office.

    De eerste brand was in een gemeentehuis.

  • funeral parlour = uitvaartbedrijf
  • The second one in a funeral parlour.

    De tweede in een uitvaartbedrijf.

  • thatched cottage = huisje met een rieten dak
  • The last one was in a thatched cottage.

    De laatste in een huisje met een rieten dak.

  • custody = voorlopige hechtenis
  • The suspect was remanded in custody.

    De verdachte wordt in voorlopige hechtenis gehouden.

  • Gale force winds = Stormachtige wind
  • Gale force winds helped reignite a fire in one of the buildings.

    Stormachtige wind heeft ervoor gezorgd dat het vuur oplaaide in een van de gebouwen.

  • reignite = oplaaide
  • Gale force winds helped reignite a fire in one of the buildings.

    Stormachtige wind heeft ervoor gezorgd dat het vuur oplaaide in een van de gebouwen.

  • Gas canisters = gasflessen
  • Gas canisters were found at all three locations.

    Op alle drie de locaties zijn gasflessen gevonden.

  • destroyed = verwoest
  • Jean's house was completely destroyed.

    Het huis van Jean was volledig verwoest.

  • no one was injured = niemand gewond
  • Luckily no one was injured.

    Gelukkig is niemand gewond geraakt.

  • unharmed = ongedeerd
  • She escaped from her home unharmed.

    Ze is ongedeerd uit haar huis ontsnapt.

  • mistaken identity = persoonsverwisseling
  • The business was targeted as a case of mistaken identity.

    Het bedrijf was een mikpunt van een geval van persoonsverwisseling.

  • blaze = vuurzee
  • The business was unaffected by the blaze.

    Het bedrijf is niet getroffen door de vuurzee.

  • damaged = beschadigd
  • The fire only damaged its offices.

    De brand heeft alleen de kantoren beschadigd.

  • premises = kantoorpanden
  • Our office premises are totally smoke-damaged.

    Onze kantoorpanden zijn volledig door de rook beschadigd.

  • arranging room = familiekamer
  • All the furniture in our arranging room has gone.

    Al het meubilair in de familiekamer is weg.

  • in the rear = in de achterkant
  • Everything contained in the rear of the premises has been untouched by the fire

    Alles in de achterkant van het pand is niet in aanraking geweest met het vuur.

  • collided = aangebotst
  • A vehicle collided with the council building.

    Een voertuig is tegen het gebouw van de gemeente aangebotst.

  • prior to = voor
  • The collision took place prior to the fire.

    De botsing heeft plaats gevonden voor de brand.