Wozzol

Please check if the vocabulary list is correct before you learn it.

  • Engels Nederlands
  • fits = past
  • Nothing fits so well as a pair of denim jeans.

    Niets past zo goed als een spijkerbroek.

  • cotton = katoen
  • Picking cotton by hand is backbreaking work.

    Met de hand katoen plukken is slopend werk.

  • thread = draad
  • To make a consistent thread the cotton needs to be blended.

    Om een regelmatige draad te krijgen moet het katoen gemengd worden.

  • dyed = geverfd
  • To make jeans blue the cotton first has to be dyed.

    Om spijkerbroeken blauw te maken moet het katoen eerst geverfd worden.

  • oxygen = zuurstof
  • As soon as the cotton comes in contact with oxygen it turns blue.

    Zodra het katoen in aanraking komt met zuurstof wordt het blauw.

  • fade = verschieten
  • Because the bond between the dye and cotton isn't very strong jeans gradually fade.

    Omdat de verbinding tussen verfstof en katoen niet erg sterk is verschieten spijkerbroeken geleidelijk.

  • pattern = patroon
  • The pattern is printed onto paper.

    Het patroon wordt op papier afgedrukt.

  • fashion victims = modeslachtoffers
  • Do you know any fashion victims?

    Ken jij modeslachtoffers?

  • succumbed = bezweken
  • It's not the first time someone has succumbed to a dangerous style trend.

    Het is niet de eerste keer dat iemand is bezweken aan een gevaarlijke modetrend.

  • vanity = ijdelheid
  • I call it vanity insanity.

    Ik noem het ijdelheid -gekte.

  • undergarment = onderkleding
  • A corset is an undergarment to shrink the waistline.

    Een korset is onderkleding die je taille vermindert.

  • thight lacing = stevig insnoeren
  • An article was published on the medical dangers of thight lacing.

    Er is een artikel gepubliceerd over de medische gevaren van stevig insnoeren.

  • starched = gesteven
  • The collars were starched to a stiffness that proved lethal.

    De kragen werden zo stijf gesteven dat ze dodelijk bleken te zijn.

  • silk = zijde
  • In the 10th Century a court dancer wrapped her feet in silk.

    In de 10e eeuw wikkelde een hofdanseres haar voeten in zijde.

  • displaying = tonen
  • This was a way of displaying status.

    Dit was een manier om status te tonen.

  • footwear = schoeisel
  • What footwear do you prefer?

    Aan welk schoeisel geef jij de voorkeur?

  • collars = kragen
  • In the 19th Century men wore detachable collars.

    In de 19e eeuw droegen mannen afneembare kragen.

  • soluble = oplosbaar
  • Indigo blue dye isn't water soluble.

    Indigo blauwe verfstof is niet oplosbaar in water.