Wozzol

Please check if the vocabulary list is correct before you learn it.

  • Engels Nederlands
  • young waitress = jonge serveerster
  • The young waitress starts to work at the restaurant today.

    De jonge serveerster begint vandaag te werken in het restaurant.

  • ordered = bestelden
  • we ordered our food

    we bestelden ons eten

  • the proprietor = de eigenaar van de zaak
  • deep scar = diep litteken
  • a deep scar across his face

    een diep litteken op zijn gezicht

  • roared angrily = brulde kwaad
  • he roared angrily

    hij brulde kwaad

  • the proprietor apologized repeatedly = de eigenaar maakte meermaals zijn excuses
  • to pacify them = tot rust te brengen
  • he tried to pacify them

    hij probeerde ze tot rust te brengen

  • the commotion = de onrust
  • affected the business = was slecht voor de zaak
  • brawl = vechtpartij
  • a brawl would ensue

    een vechtpartij zou volgen

  • we obeyed him = deden wat hij zei
  • we deden wat hij zei

  • stealing a glance at them = stiekem naar ze gluren
  • broken china = gebroken serviesgoed
  • he swept up the broken china

    hij veegde het gebroken serviesgoed op