Wozzol

Please check if the vocabulary list is correct before you learn it.

  • Engels Nederlands
  • infected = besmet
  • What is the best way to avoid becoming infected?

    Wat is de beste manier om te voorkomen dat je besmet raakt?

  • Prevention = Voorkomen
  • Prevention is better than a cure.

    Voorkomen is beter dan genezen.

  • transmitted = overdraagbare
  • AIDS is a sexually transmitted disease.

    Aids is een seksueel overdraagbare ziekte.

  • the spread = de verspreiding
  • This causes the spread of the virus.

    Dit veroorzaakt de verspreiding van het virus

  • sense of security = gevoel van veiligheid
  • Successful treatment causes a false sense of security.

    Geslaagde behandelingen geven een vals gevoel van veiligheid.

  • to fight disease = om ziekte te bestrijden
  • Your body has some power to fight disease.

    Je lichaam heeft de kracht om ziekte te bestrijden.

  • body fluids = lichaamssappen
  • HIV passes through body fluids like blood.

    HIV kan zich verspreiden door lichaamssappen zoals bloed.

  • Semen = Sperma
  • Semen can also infect you.

    Sperma kan je ook besmetten.

  • getting tested = wordt getest
  • He is getting tested for HIV.

    Hij wordt getest op HIV.

  • unprotected sex = onbeschemde seks
  • You shouldn't have unprotected sex.

    Je moet geen onbeschemde seks hebben.

  • reduced = teruggebracht
  • The HIV infection can be reduced.

    De HIV infectie kan worden teruggebracht.

  • mosquito bites = muggebeten
  • You cannot catch AIDS from mosquito bites.

    Je kunt een aids krijgen van muggebeten.

  • more unqual = ongelijker
  • Healthcare sysmtems are becoming more unqual.

    Gezondheidsstelsels worden ongelijker.

  • healthcare gap = gezondheidzorgkloof
  • There is a healthcare gap between rich and poor people.

    Er is een gezondheidzorgkloof tussen rijke en arme mensen.

  • access to = toegang tot
  • Not all people have access to the same medical care.

    Niet alle mensen hebben toegang tot dezelfde medische zorg.

  • The poor = Arme mensen
  • The poor are left to fend for themselves.

    Arme mensen moeten het zelf maar uitzoeken.

  • profits on = winst met
  • Hospitals make profits on treatments.

    Ziekenhuizen maken winst met behandelingen.

  • healthcare = gezondheidszorg
  • Poor people cannot afford healthcare.

    Arme mensen kunnen zich geen gezondheidszorg veroorloven.