Wozzol

Please check if the vocabulary list is correct before you learn it.

  • Engels Nederlands
  • Carolina is complaining about her job. = Carolina klaagt over haar werk.
  • I'm working as a domestic helper. = Ik werk als huishoudelijke hulp.
  • I do all the household chores. = Ik doe alle huishoudelijke taken.
  • My job has no real pressure. = Mijn baan geeft geen stress.
  • I have to live with my employer. = Ik moet bij mijn werkgever wonen.
  • I am a customer service agent. = Ik ben klantenservicemedewerker.
  • And also a cashier at the same time. = Ik ben tegelijkertijd ook caissière.
  • I work a full time shift. = Ik heb een voltijd baan.
  • Sara is a 911 operator. = Sara is alarmcentraletelefoniste.
  • She is responsible for answering the phone. = Ze is verantwoordelijk voor het beantwoorden van de telefoon.
  • People call 911 when there is an emergency. = Mensen bellen 911 in een noodgeval.
  • This can be a traffic accident. = Dit kan een verkeersongeluk zijn.
  • An operator needs to be very quick. = Een telefoniste moet heel snel regeren.
  • The operator calls the emergency worker who is able to help you. = De telefoniste belt de hulpverlener die je kan helpen.
  • If you are reporting a crime….. = Als je een misdaad meldt…..
  • ……. such as a burglary…… = zoals een inbraak…….
  • the operator will call the police department. = …dat belt de telefoniste het politiebureau.
  • If you report a fire the operator will call the nearest fire department. = Als je een brand meldt zal de telefoniste de dichtstbijzijnde brandweerkazerne bellen.
  • A team of firefighters will come to the rescue. = Een team van brandweerlui komen te hulp.
  • If you report a medical emergency the operator will call an ambulance service. = Als je een medisch noodgeval meldt zal de telefoniste een ambulancedienst bellen.