Wozzol

Please check if the vocabulary list is correct before you learn it.

  • Engels Nederlands
  • A job = Een baan
  • To be hired = Aangenomen worden
  • To be fired = Ontslagen worden
  • Businessman / woman = Zakenman / vrouw
  • Bricklayer = Metselaar
  • Carpenter = Timmerman
  • Lawyer = Advocaat
  • Farmer = Boer
  • Policeman = Politieagent
  • pilot = Piloot
  • Car mechanic = Automonteur
  • photographer = fotograaf
  • nurse = Verpleegster
  • Animal keeper = Dierenverzorger
  • Hair dresser = Kapper
  • Stewardess = Stewardess
  • Sailor = Matroos
  • Beautician = Schoonheidsspecialist
  • Cook = Kok
  • Fireman = Brandweerman
  • Musician = Muzikant
  • Waiter / waitress = Ober / serveerster
  • Baker = Bakker
  • Actor / actress = Acteur
  • Gardener = Tuinman
  • Fisherman = Visser
  • Shopkeeper = Winkelier
  • Shop assistant = Verkoper / verkoopster in een winkel
  • Secretary = Secretaresse
  • Teacher = Leraar
  • Butcher = Slager
  • Journalist = Journalist
  • Painter = Schilder
  • Judge = Rechter
  • Ballet dancer = Balletdanser(es)
  • Postman = Postbode
  • Artist = Artiest
  • Doctor = Dokter
  • Soldier = Soldaat
  • Surgeon = Chirurg
  • unemployed = Werkloos
  • Retired = Met pensioen
  • Voluntary work = Vrijwilligerswerk
  • Internship = stage
  • Athlete = Sportman / sportvrouw
  • Call centre operator = Call-center medewerker
  • Experience = Ervaring
  • Skills = Vaardigheden
  • Employer = werkgever
  • Vacancy = Een vacature
  • Position = Een functie (binnen een bedrijf)
  • To apply for = Solliciteren
  • Applicant = Sollicitant
  • A job interview = Een sollicitatiegesprek
  • A job advertisement = Een banenadvertentie
  • HR department = HR afdeling (Human Resources)
  • Recruitment agency = Uitzendbureau
  • CV = CV (curriculum vitae)
  • Cover(ing) letter = sollicitatiebrief
  • a shift = Een dienst
  • Een dienst bijv. ochtenddienst

  • Change = Veranderen van baan
  • Change jobs

  • Salary = Salaris