Wozzol

Please check if the vocabulary list is correct before you learn it.

  • Engels Nederlands
  • earn money = geld verdienen
  • household chores = huishoudelijke taken
  • your allowance = zakgeld
  • values for things = waarde van dingen
  • trade items = dingen ruilen
  • our currency = onze munt (eenheid)
  • different currencies = verschillende munten (munteenheden)
  • people earn money = mensen verdienen geld
  • (to) save for the future = sparen voor de toekomst
  • taxes = belastingen
  • cost money = geld kosten