Wozzol

Please check if the vocabulary list is correct before you learn it.

  • Engels Nederlands
  • blank = lege
  • All I have is this blank wall

    Ik heb alleen maar deze lege muur.

  • imagination = verbeeldingskracht
  • Poor people and artists have imagination.

    Arme mensen en kunstenaars hebben verbeeldingskracht.

  • pretend = doen alsof
  • I can pretend anything I want on my blank wall.

    Ik kan doen alsof alles wat ik wil op mijn lege muur staat.

  • push comes to shove = puntje bij paaltje
  • When push comes to shove I'll watch some politics.

    Als puntje bij paaltje komt kijk ik naar politiek.

  • exhilarating = spannende
  • I watched an exhilarating film.

    Ik heb een spannende film gezien.

  • red herrings = afleidingsmanoeuvres
  • It was filled with riddles and red herrings.

    Het zat vol met raadsels en afleidingsmanoeuvres.

  • episode = aflevering
  • You just watched the final episode.

    Je hebt net de laatste aflevering gezien.

  • contemporary = hedendaagse
  • It's a contemporary adaptation of Sir Arthur Conan Doyle's stories.

    Het is een hedendaagse bewerking van de verhalen van Sir Arthur Conan Doyle.

  • broadcasted = uitgezonden
  • When was it broadcasted?

    Wanneer werd het uitgezonden?

  • festive period = feestdagen
  • It was broadcasted over the festive period.

    Het werd met de feestdagen uitgezonden.

  • review = recensie
  • This is a review of the last episode.

    Dit is een recensie van de laatste aflevering.

  • henchman = handlanger
  • Moriarty was a henchman to the main villain.

    Moriarty was een handlanger van de echte schurk.

  • adversary = vijand
  • This villain was Sherlock's adversary.

    Deze schurk was Sherlocks vijand.

  • remote = afgelegen
  • She spent years on a remote island.

    Ze heeft jaren op een afgelegen eiland doorgebracht.

  • captives = gevangenen
  • She turned her guards into captives themselves.

    Ze heeft van haar bewakers zelf gevangenen gemaakt.

  • siblings = broertjes en zusjes
  • Sherlock, Mycroft and Eurus are siblings.

    Sherlock, Mycroft en Eurus zijn broertjes en zusjes.

  • to crack = op te lossen
  • Sherlock is ready to crack more crimes.

    Sherlock is klaar om meer misdaden op te lossen.