EN
NL
FR
DE
ES
IT
Learn vocabulary
Tips
Study method
Start
Wozzol
Tips
Study method
About
Vocabulary lists
News
What can you do?
Learn vocabulary
Learn lines
Learn pictures
Explanation
FAQs
Articles
If you would like to learn more vocabulary in a foreign language please let us know.
Contact us
Vocabulary list
Vocabulary lists
Engels
Stercollectie
Shopping - lj1
Blok_04_Saving money_vmbo12
Please check if the vocabulary list is correct before you learn it.
Actions
Open list to learn
Print the list as
flashcards
Export list as text file
Engels
Nederlands
Sometimes we spend too much on clothes.
=
Soms geven we te veel uit aan kleren.
Don't buy clothes unless you really need them.
=
Koop geen kleren tenzij je ze echt nodig hebt.
Make a shopping list and stick to it.
=
Maak een boodschappenlijstje en hou je eraan.
One of the items on my list is...
=
Een van de dingen op mijn lijstje is...
Give yourself a budget.
=
Geef jezelf een budget.
Do some research beforehand.
=
Doe vooraf wat onderzoek.
How much do they cost?
=
Hoeveel kosten ze?
Take cash with you and leave your debit card at home.
=
Neem contant geld mee en laat je pinpas thuis.
How long is it going to last?
=
Hoe lang gaat het mee?
High-quality clothing is more expensive.
=
Kleding van goede kwaliteit is duurder.
Because it keeps looking good, you will wear it for longer.
=
Omdat het er mooi blijft uitzien, zul je het langer dragen.
Time to think ahead.
=
Tijd om vooruit te denken.
My winter coat has a nasty tear in it.
=
Er zit een lelijke scheur in mijn winterjas.
Prices are reduced now.
=
De prijzen zijn nu verlaagd.
Your bank account will look even better than you!
=
Je bankrekening zal er nog beter uitzien dan jij!
Let's make a list.
=
Laten we een lijstje maken.
Do we have any crackers?
=
Hebben we nog crackers?
I don't think we have any cheese left.
=
Ik denk niet dat we nog kaas over hebben.
Do you think this is enough?
=
Denk je dat dit genoeg is?
We'll need some eggs and milk.
=
We hebben eieren en melk nodig.