- Engels Nederlands
- What do you have for breakfast? = Wat eet jij als ontbijt?
- I usually eat cereal. = Ik eet meestal ontbijtgranen.
- My father always eats oatmeal. = Mijn vader eet altijd havermoutpap.
- It is the first meal in the morning. = Het is de eerste maaltijd in de ochtend.
- We have lunch in the middle of the day. = We lunchen tussen de middag.
- You can have dinner in the afternoon or in the evening. = Je kunt 's middags of 's avonds een warme maaltijd eten.
- In the evening, you might have dinner or supper. = 's Avonds kun je een warme maaltijd of een lichte maaltijd eten.
- A common lunch in England is a sandwich. = Een gewone lunch in Engeland is een boterham.
- Dinner might include soup and meat with vegetables. = Bij een warme maaltijd eet je bijvoorbeeld soep en vlees met groenten.
- For dessert there is apple pie and ice cream. = Als toetje is er appeltaart en ijs.
- Brunch is a mixture of breakfast and lunch. = Brunch is een mix van ontbijt en lunch.
- It is usually a replacement for lunch and breakfast. = Het is meestal een vervanging van lunch en ontbijt.
- Brunch is usually had at about 11 o'clock. = Brunch wordt meestal rond 11 uur gegeten.
- Tea can also be a light evening meal. = Tea kan ook een lichte avondmaaltijd zijn.
- Ban the sale of supersize sugary drinks. = Verbied de verkoop van grote bekers suikerhoudende drank.
- They sell fizzy drinks in cups bigger than half a litre. = Ze verkopen frisdrank in bekers van meer dan een halve liter.
- He wanted to tackle obesity. = Hij wilde gevaarlijk overgewicht aanpakken.
- Diet drinks and fruit juices can still be sold in bigger sizes. = Dieetdrankjes en vruchtensappen kunnen nog steeds in grote bekers verkocht worden.
- The tax applies to the manufacture and importation of soft drinks containing added sugar. = De taks geldt voor de productie en de import van frisdranken met toegevoegde suiker.
- It was introduced to tackle childhood obesity. = Hij is geïntroduceerd om gevaarlijk overgewicht bij kinderen aan te pakken.
- The government encourages manufacturers to reduce the sugar content in their products. = De overheid stimuleert producenten om het suikergehalte in hun producten te verlagen.
- There are two rates of tax, depending on the sugar content. = Er zijn twee belastingtarieven, afhankelijk van de hoeveelheid suiker.
- It's tea time! = Etenstijd!