Wozzol

Please check if the vocabulary list is correct before you learn it.

  • Engels Nederlands
  • Let's compare an apple to a can of full-sugar fizzy drink. = Laten we een appel vergelijken met een blikje suikerhoudende prik.
  • This apple contains four teaspoons of sugar. = Deze appel bevat vier theelepels suiker.
  • Glucose is a source of energy. = Glucose is een bron van energie.
  • Sugar which is not needed, is turned into fat. = Suikers die je niet nodig hebt, worden omgezet in vet.
  • You're going to gain weight if you eat too much sugar. = Je zult zwaarder worden als je te veel suiker eet.
  • How can you get all the health benefits of fruit? = Hoe kun je alle gezondheidsvoordelen van fruit krijgen?
  • The first thing is to choose your fruits carefully. = Het eerste wat je doet is je fruit zorgvuldig kiezen.
  • Bananas, cherries, pomegranates, mangoes, grapes and figs all contain a lot of sugar. = Bananen, kersen, granaatappels, mango's, druiven en vijgen bevatten allemaal veel suiker.
  • Watermelon, raspberries, kiwi fruit and fresh cranberries are healthier. = Watermeloen, frambozen, kiwi's en verse cranberry's zijn gezonder.
  • The riper the fruit, the more sugar it contains. = Hoe rijper het fruit, hoe meer suiker het bevat.
  • Don't leave it lying around for too long. = Laat het niet te lang liggen.
  • You should eat most of your fruit whole. = Je kunt het fruit meestal het beste heel eten.
  • Vegetables contain vitamins and minerals. = Groenten bevatten vitaminen en mineralen.
  • Raw vegetables often contain more nutrients. = Rauwe groenten bevatten vaak meer voedingsstoffen.
  • It's not what you eat, it's what you absorb. = Het gaat niet om wat je eet, het gaat om wat je opneemt.
  • The difference can be significant. = Het verschil kan groot zijn.
  • Some antioxidants are good for your eyes. = Sommige antioxidanten zijn goed voor je ogen.
  • Others help protect your heart and your bones. = Andere helpen je hart en je botten te beschermen.
  • Cooked vegetables can give you more minerals. = Gekookte groenten kunnen je meer mineralen opleveren.
  • Cooking makes chewing easier. = Koken maakt kauwen gemakkelijker.
  • Cooked food is more easily digestible. = Gekookt voedsel is gemakkelijker te verteren.
  • The best way to prepare them is the way that gets you to eat them. = De beste manier om ze te bereiden is de manier waarop je ze graag eet.