Wozzol

Please check if the vocabulary list is correct before you learn it.

  • Engels Nederlands
  • The factory workers manufacture shoes every day. = De fabrieksarbeiders produceren elke dag schoenen.
  • The town built a landfill for all the garbage. = De stad heeft een stortplaats gebouwd voor al het afval.
  • They are disposing of their old furniture by taking it to the recycling centre. = Ze doen hun oude meubels weg door ze naar het recyclingcentrum te brengen.
  • The thrift store accepts castoffs like old toys and clothes. = De kringloopwinkel accepteert afdankertjes zoals oud speelgoed en kleding.
  • Please don't waste water while brushing your teeth. = Verspil alsjeblieft geen water tijdens het tandenpoetsen.
  • The models walked down the runway wearing the latest fashion. = De modellen liepen over de catwalk gekleed in de laatste nieuwe mode.
  • This store sells affordable furniture for small budgets. = Deze winkel verkoopt betaalbaar meubilair voor kleine budgetten.
  • The heavy rain caused a disruption in the train schedule. = De zware regen veroorzaakte een verstoring in het treinschema.
  • Using plastic bags every day is unsustainable for the environment. = Elke dag plastic zakken gebruiken is niet duurzaam voor het milieu.
  • The small business generated significant revenue from its online sales. = Het kleine bedrijf genereerde aanzienlijke inkomsten uit haar online verkoop.
  • Many years ago, people from different places had similar clothes. = Vele jaren geleden droegen mensen uit verschillende plaatsen vergelijkbare kleding.
  • Some cultures think that Western culture has no order in fashion. = Sommige culturen denken dat de westerse cultuur geen orde heeft in de mode.
  • Japanese people say their clothing hasn't changed for a very long time. = Japanse mensen zeggen dat hun kleding al heel lang niet is veranderd.
  • Fashion changes when society or money changes, but sometimes it stays the same for a long time. = Mode verandert als de samenleving of het geld verandert, maar soms blijft het lang hetzelfde.
  • In Europe, fashion started changing a lot in the 1300s. = In Europa begon de mode veel te veranderen in de 14e eeuw.
  • Clothes for men became shorter and tighter in the 14th century. = Kleding voor mannen werd in de 14e eeuw korter en strakker.
  • Artists can use fashion to guess when old pictures were made. = Kunstenaars kunnen mode gebruiken om te raden wanneer oude afbeeldingen zijn gemaakt.
  • The textile industry and fashion capitals like Paris influence what people wear. = De textielindustrie en modesteden zoals Parijs beïnvloeden wat mensen dragen.
  • People today can choose from many clothes to show their personality. = Mensen van vandaag kunnen kiezen uit veel kleding om hun persoonlijkheid te laten zien.
  • Sometimes, famous people can start a new fashion trend by wearing different clothes. = Soms kunnen beroemde mensen een nieuwe modetrend starten door andere kleding te dragen.