Canterbury tales

Canterbury tales

Deze strip van Lük Bey is losjes gebaseerd op de klassieker 'Canterbury tales' van Geoffrey Chaucer. Een vermakelijk verhaal dat zich afspeelt in de middeleeuwen.
Start direct met lezen
Inhoudsopgave. 
De strip is ook te downloaden als iPad app. Met dank aan uitgeverij Bonte.

Please check if the vocabulary list is correct before you learn it.

  • Engels Nederlands
  • hilarious = hilarisch
  • I know a hilarious story for the way back.

    Ik ken nog een hilarisch verhaal voor de terugweg.

  • way back = terugweg
  • I know a hilarious story for the way back.

    Ik ken nog een hilarisch verhaal voor de terugweg.

  • little one = kleintje
  • Not even a little one?

    Niet eens een kleintje?

  • beautiful = mooi
  • I think your story last night was really beautiful.

    Ik vond jouw verhaal van vorige nacht echt mooi.

  • last = vorige
  • I think your story last night was really beautiful.

    Ik vond jouw verhaal van vorige nacht echt mooi.

  • night = nacht
  • I think your story last night was really beautiful.

    Ik vond jouw verhaal van vorige nacht echt mooi.

  • story = verhaal
  • I think your story last night was really beautiful.

    Ik vond jouw verhaal van vorige nacht echt mooi.

  • knight = ridder
  • It's about a knight: Sir Thopas, from the remote fields of...

    Het gaat over een ridder: Sir Thopas, uit het afgelegen gebied van ...

  • dangerous = gevaarlijk
  • The knight goes out on a dangerous quest.

    De ridder gaat op een gevaarlijke tocht.

  • apparently = blijkbaar
  • ...led by three women, apparently.

    ...blijkbaar onder leiding van drie vrouwen.

  • women = vrouwen
  • ...led by three women, apparently.

    ...blijkbaar onder leiding van drie vrouwen.

  • lazy = lui
  • He was too lazy to do his homework.

    Hij was te lui om zijn huiswerk te doen.

  • blood = bloed
  • He lost too much blood.

    Hij heeft te veel bloed verloren.

  • pay = betalen
  • I shall pay my own expenses.

    Ik zal mijn eigen kosten betalen.

  • bottles = flessen
  • Exclusively at this booth: the very last bottles of 'blood of Becket'!

    Exclusief bij deze kraam: de laatste flessen van het 'bloed van Becket'!

  • blood = bloed
  • Exclusively at this booth: the very last bottles of 'blood of Becket'!

    Exclusief bij deze kraam: de laatste flessen van het 'bloed van Becket'!

  • booth = kraam
  • Exclusively at this booth: the very last bottles of 'blood of Becket'!

    Exclusief bij deze kraam: de laatste flessen van het 'bloed van Becket'!

  • sham = oplichterij
  • Pay no mind. It's all a sham.

    Niks van geloven hoor, het is allemaal oplichterij.

  • professional = professionele
  • None other than Geoffrey here, a professional storyteller!

    Niemand anders dan Geoffrey hier, een professionele verhalen verteller!

  • storyteller = verhalen verteller
  • None other than Geoffrey here, a professional storyteller!

    Niemand anders dan Geoffrey hier, een professionele verhalen verteller!

  • entertaining = vermakelijk
  • I know an entertaining story ...

    Ik ken een vermakelijk verhaal ...

  • knight = ridder
  • It's about a knight: Sir Thopas, from the remote fields of...

    Het gaat over een ridder: Sir Thopas, uit het afgelegen gebied van ...

  • remote = afgelegen
  • It's about a knight: Sir Thopas, from the remote fields of...

    Het gaat over een ridder: Sir Thopas, uit het afgelegen gebied van ...

  • sea = zee
  • The shipman is sailing on the sea.

    De zeeman is aan het zeilen op de zee.

  • other side = andere kant
  • ... Flanders, on the other side of the sea.

    ... Vlaanderen, aan de andere kant van de zee.

  • nose = neus
  • The man has a big nose and a small mouth.

    De man heeft een grote neus en een kleine mond.

  • hunting = jacht
  • He was hunting deer.

    Hij was op herten jacht.

  • deer = hert
  • He was hunting and no young deer could escape him.

    Hij was op jacht en geen enkel jong hert kon aan hem ontsnappen.

  • young = Jong
  • He was hunting and no young deer could escape him.

    Hij was op jacht en geen enkel Jong hert kon aan hem ontsnappen.

  • escape = ontsnappen
  • He was hunting and no young deer could escape him.

    Hij was op jacht en geen enkel jong hert kon aan hem ontsnappen.

  • horse = paard
  • Thopas and his horse sped through desolate lands and across rugged plains.

    Thopas en zijn paard spoedde door verlaten streken en over ruige vlakten.

  • through = door
  • Thopas and his horse sped through desolate lands and across rugged plains.

    Thopas en zijn paard spoedde door verlaten streken en over ruige vlakten.

  • desolate = verlaten
  • Thopas and his horse sped through desolate lands and across rugged plains.

    Thopas en zijn paard spoedde door verlaten streken en over ruige vlakten.

  • across = over
  • Thopas and his horse sped through desolate lands and across rugged plains.

    Thopas en zijn paard spoedde door verlaten streken en over ruige vlakten.

  • rugged = ruig
  • Thopas and his horse sped through desolate lands and across rugged plains.

    Thopas en zijn paard spoedde door verlaten streken en over ruige vlakten.

  • plains = vlakten
  • Thopas and his horse sped through desolate lands and across rugged plains.

    Thopas en zijn paard spoedde door verlaten streken en over ruige vlakten.

  • perilous = gevaarlijk
  • The dark forest was perilous at night.

    Het donkere bos was gevaarlijk 's nachts.

  • dark = donker
  • The dark forest was perilous at night.

    Het donkere bos was gevaarlijk 's nachts.

  • safe = veilig
  • .. until they found a nice safe spot where they could relax for a bit.

    .. totdat ze een mooie veilige plek hadden gevonden waar ze een beetje konden ontspannen.

  • spot = plek
  • .. until they found a nice safe spot where they could relax for a bit.

    .. totdat ze een mooie veilige plek hadden gevonden waar ze een beetje konden ontspannen.

  • relax = ontspannen
  • .. until they found a nice safe spot where they could relax for a bit.

    .. totdat ze een mooie veilige plek hadden gevonden waar ze een beetje konden ontspannen.

  • bit = beetje
  • .. until they found a nice safe spot where they could relax for a bit.

    .. totdat ze een mooie veilige plek hadden gevonden waar ze een beetje konden ontspannen.

  • almost = bijna
  • Phew! That was almost exciting!

    Poeh! Dat was even bijna spannend!

  • exciting = spannend
  • Phew! That was almost exciting!

    Poeh! Dat was even bijna spannend!

  • defended = bewaakt
  • Which is defended by me!

    Welke door mij wordt bewaakt!

  • Which = Welke
  • Which is defended by me!

    Welke door mij wordt bewaakt!

  • defended = bewaakt
  • Which is defended by me!

    Welke door mij wordt bewaakt!

  • boldly = Stoutmoedig
  • Thopas boldly spoke:

    Stoutmoedig sprak Thopas

  • must = moeten
  • I see! In that case, we must fight.

    Ach zo! In dat geval moeten we vechten.

  • fight = vechten
  • I see! In that case, we must fight.

    Ach zo! In dat geval moeten we vechten.

  • armour = harnas
  • Just let me go get my armour, I'll be right back!

    Eerst even mij harnas ophalen, ik ben zo terug!

  • back = terug
  • Just let me go get my armour, I'll be right back!

    Eerst even mij harnas ophalen, ik ben zo terug!

  • giant = reus
  • You mean he doesn't even go back to face that giant?

    Je bedoelt dat hij niet eens terugkeert om met die reus te vechten?

  • cowardly = laffe
  • The cowardly giant held his axe high and twirled it around...

    De laffe reus hield zijn bijl hoog en zwaaide hem rond ...

  • axe = bijl
  • The cowardly giant held his axe high and twirled it around...

    De laffe reus hield zijn bijl hoog en zwaaide hem rond ...

  • high = hoog
  • The cowardly giant held his axe high and twirled it around...

    De laffe reus hield zijn bijl hoog en zwaaide hem rond ...

  • around = rond
  • The cowardly giant held his axe high and twirled it around...

    De laffe reus hield zijn bijl hoog en zwaaide hem rond ...

  • twirled = zwaaide
  • The cowardly giant held his axe high and twirled it around...

    De laffe reus hield zijn bijl hoog en zwaaide hem rond ...

  • huge = enorm
  • The giant is huge.

    De reus is enorm.

  • fist = vuist
  • Angry protesters with clenched fists shouted their defiance.

    Boze demonstranten met gebalde vuisten schreeuwde hun verzet.

  • suit of armour = wapenuitrusting
  • Upon returning, Thopas put on his suit of armour...

    Weer thuis trok Thopas zijn wapenuitrusting aan ...

  • big = groot
  • ... and threw a big party for all his friends.

    ... en gaf een groot feest voor al zijn vrienden.

  • party = feest
  • ... and threw a big party for all his friends.

    ... en gaf een groot feest voor al zijn vrienden.

  • couple = paar
  • A couple of years later, the following occurred...

    Een paar jaar later gebeurde het volgende ...

  • occurred = gebeurde
  • A couple of years later, the following occurred...

    Een paar jaar later gebeurde het volgende ...

  • mean = bedoelt
  • You mean he doesn't even go back to face that giant?

    Je bedoelt dat hij niet eens terugkeert om met die reus te vechten?

  • giant = reus
  • You mean he doesn't even go back to face that giant?

    Je bedoelt dat hij niet eens terugkeert om met die reus te vechten?

  • writer = schrijver
  • The writer writes a book.

    De schrijver schrijft een boek.

  • call = noem
  • Now that's what I call a real curse. Heartfelt and everything!

    Kijk, dat noem ik nog eens een echte vervloeking. Oprecht en alles!

  • letdown = teleurstelling
  • It's just one big letdown!

    Het is gewoon een grote teleurstelling!

  • attempt = poging
  • If you'd at least made an attempt at rhyming, that would be...

    Als je tenminste nog een poging deed om te rijmende dan zou dat ...

  • at least = tenminste
  • May I at least tell my story?

    Mag ik tenminste mijn verhaal vertellen?

  • rhyming = rijmen
  • If you'd at least made an attempt at rhyming, that would be...

    Als je tenminste nog een poging deed om te rijmende dan zou dat ...

  • book = boek
  • ... that so-called book of yours is off to a great start!

    ... dat de zogenaamde boek van jou maakt een goede start!

  • so-called = zogenaamde
  • ... that so-called book of yours is off to a great start!

    ... dat de zogenaamde boek van jou maakt een goede start!

  • sleeping = slapen
  • He was very tired and is sleeping now.

    Hij was erg moe en is nu aan het slapen.

  • so-called = zogenaamde
  • ... that so-called book of yours is off to a great start!

    ... dat de zogenaamde boek van jou maakt een goede start!

  • book = boek
  • ... that so-called book of yours is off to a great start!

    ... dat de zogenaamde boek van jou maakt een goede start!

  • crap = onzin
  • Ahaha! Can you say 'crap'?

    Ahaha! Wat 'n onzin!