Wozzol

Please check if the vocabulary list is correct before you learn it.

  • Engels Nederlands
  • ampoule = ampul
  • beverage can = drankblikje
  • (to) billow = opkomen
  • (to) buzz = binnenlaten via buzzer
  • caption = onderschrift
  • chunk = brok / stuk
  • coating = deklaag
  • counterbalance = tegenwicht
  • (to) emanate = uitgaan van / stralen
  • fine = boete
  • (to) haul = halen / slepen
  • hazardous = gevaarlijk
  • hob = kookplaat
  • (to) irradiate = bestralen
  • landlord = huisbaas
  • (to) persevere = doorzetten
  • Doctor of Philosophy = gepromoveerd
  • (to) play havoc with = in de vernieling helpen
  • potting shed = tuinschuurtje
  • ray = straal
  • regulatory = regulerend
  • resident = inwoner
  • (to) scour = afzoeken / uitkammen
  • sulphuric acid = zwavelzuur