Wozzol

Please check if the vocabulary list is correct before you learn it.

  • Engels Nederlands
  • asset = positieve eigenschap
  • aversion of the eyes = wegkijken
  • duly = zoals het hoort
  • fragile = breekbaar / kwetsbaar
  • gregarious = graag met anderen zijnd / sociabel
  • (to) lionise = verafgoden
  • nascent = in wording / ontluikend
  • perceptible = waarneembaar
  • persistent = volhardend / doorzettend
  • persona = karakter
  • (to) potter around = rondscharrelen
  • pub crawl = kroegentocht
  • ream = massa
  • (to) relish = genieten van
  • reticent = zwijgzaam
  • (to) revere = opkijken tegen
  • rowdy = wild / tumultueus
  • (to) salivate = kwijlen
  • seminal = belangwekkend / invloedrijk
  • stacked against them = in hun nadeel werkend
  • strenuously = hyperactief
  • susceptible = vatbaar
  • (to) thrash their limbs about = fanatiek spartelen
  • trait = karaktertrek
  • upbeat exuberance = groot enthousiasme