Wozzol

Please check if the vocabulary list is correct before you learn it.

  • Engels Nederlands
  • ruler = liniaal
  • chalk = krijt
  • desk = schrijftafel
  • to answer = antwoorden
  • to reply / to answer

    antwoorden

  • to reply = antwoorden
  • to reply / to answer

    antwoorden

  • answer = antwoord
  • can you guess the answer?

    kan je het antwoord raden?

  • reply = antwoord
  • stupid = stom
  • I made a stupid mistake.

    Ik maakte een stomme fout.

  • to refer to = verwijzen naar
  • to bother = lastig vallen
  • memory = geheugen
  • meaning = betekenis
  • to whisper = fluisteren
  • dust = stof
  • object = voorwerp
  • notice = mededeling
  • notice

    mededeling / opmerken

  • lecture = lezing
  • progress = vorderingen
  • apart from = afgezien van
  • dumb = stom
  • altogether = helemaal
  • to account for = verklaren
  • poor = slecht
  • rapid = snel
  • satchel = schooltas
  • scholar = geleerde
  • survey = overzicht