Wozzol

Please check if the vocabulary list is correct before you learn it.

  • Engels Nederlands
  • awesome = fantastisch
  • awful / terrible = vreselijk
  • be fun = leuk zijn
  • birthday = verjaardag
  • celebrate = vieren / feestvieren
  • fire = vuur
  • flower = bloem
  • holiday = vrije dag / feestdag
  • invitation = uitnodiging
  • need to / have to = moeten
  • present / gift = cadeau
  • show = laten zien
  • today = vandaag
  • tomorrow = morgen
  • wood = hout
  • yesterday = gisteren
  • clean up / tidy up = opruimen
  • event = evenement / gebeurtenis
  • fair = eerlijk
  • for real = in het echt
  • invite = uitnodigen
  • large / big = groot
  • lucky = gelukkig / die geluk hebben
  • meat = vlees
  • parent = ouder
  • play video games = gamen
  • promise = beloven
  • support = steunen
  • swimming pool / pool = zwembad
  • violent = gewelddadig
  • artist = artiest / muzikant / kunstenaar
  • bag = tas
  • by car = met de auto
  • cap = pet
  • chance / possibility = kans
  • date = datum
  • everybody = iedereen
  • guest = gast
  • hour = uur
  • join = meedoen met
  • language = taal
  • pay = betalen
  • remove = verwijderen
  • small = klein
  • ticket = kaartje
  • visit = bezoeken
  • adult / grown-up = volwassene
  • age = leeftijd
  • baseball = honkbal
  • enjoy = leuk vinden
  • excellent / great / briljant / fantastic = geweldig
  • focus on / concentrate on = concentreren op
  • health = gezondheid
  • improve / get better = verbeteren
  • plus = bovendien
  • skill = vaardigheid
  • slow = langzaam
  • throw = gooien