EN
NL
FR
DE
ES
IT
Learn vocabulary
Tips
Study method
Start
Wozzol
Tips
Study method
About
Vocabulary lists
News
What can you do?
Learn vocabulary
Learn lines
Learn pictures
Explanation
FAQs
Articles
If you would like to learn more vocabulary in a foreign language please let us know.
Contact us
Vocabulary list
Vocabulary lists
Engels
Malmberg
Realtime
1th
1th-H4-EN
Please check if the vocabulary list is correct before you learn it.
Actions
Open list to learn
Print the list as
flashcards
Export list as text file
Engels
Nederlands
bald
=
kaal
celebration
=
feest / viering
funny
=
raar
limited
=
beperkt
pillow
=
kussen
play a trick
=
een streek uithalen
rafting
=
op een vlot varen
ride
=
ritje
roller coaster
=
achtbaan
sleeping bag
=
slaapzak
soon
=
binnenkort
take pictures
=
foto's maken
topping
=
saus / bovenste laag
turkey
=
kalkoen
allow
=
toestaan
arrange
=
regelen
change your mind
=
van gedachten veranderen
chess
=
schaken
crispy / crunchy
=
knapperig
disgusting
=
vies / niet lekker
juicy
=
sappig
lettuce
=
sla
probably
=
waarschijnlijk
spicy
=
kruidig / pikant
starving
=
flink honger hebben
tasty
=
smakelijk / hartig
veggie
=
met groenten / vegetarisch
advance
=
vooraf
at the bottom
=
onderaan
box office
=
loket / kassa
capital
=
hoofdletter
cute
=
leuk / schattig
definitely
=
zeker
deliver
=
afleveren / bezorgen
enter / compete
=
meedoen aan
find out
=
uitzoeken
profit
=
winst
set
=
vaststellen
unknown
=
onbekend
venue
=
plaats / locatie
another
=
nog een
athlete
=
sporter
awful
=
verschrikkelijk
baseball
=
honkbal
basics
=
basiskennis
develop
=
ontwikkelen
equipment
=
uitrusting / apparatuur
fencing
=
schermen
include
=
inclusief zijn
picture
=
beeld / plaatje
prefer
=
liever hebben / liever doen
refuse
=
weigeren
skill
=
vaardigheid
track and field
=
atletiek
wouldn't mind
=
zou het niet erg vinden