EN
NL
FR
DE
ES
IT
Learn vocabulary
Tips
Study method
Start
Wozzol
Tips
Study method
About
Vocabulary lists
News
What can you do?
Learn vocabulary
Learn lines
Learn pictures
Explanation
FAQs
Articles
If you would like to learn more vocabulary in a foreign language please let us know.
Contact us
Vocabulary list
Vocabulary lists
Engels
Malmberg
Realtime
3h
3h-H6-EN
Please check if the vocabulary list is correct before you learn it.
Actions
Open list to learn
Print the list as
flashcards
Export list as text file
Engels
Nederlands
have money left
=
geld over hebben
tempting
=
verleidelijk
must-have
=
iets wat je moet hebben
consumer
=
consument
purchase
=
aankoop
remaining
=
overgebleven
necessities
=
benodigheden / essentiƫle dingen
on display
=
in de etalage / tentoongesteld
stick to / maintain
=
je houden aan
savings
=
spaargeld
whether
=
of
keep track of
=
bijhouden
blueberry
=
bosbes
merchandise
=
handelswaar / koopwaar
weather forecaster
=
weerman / weervrouw
be in debt
=
schulden hebben
by the time
=
tegen de tijd
owe something to someone
=
iets aan iemand verschuldigd zijn
laidback
=
onbezorgd / ontspannen
attitude
=
houding
have an overdraft
=
rood mogen staan bij de bank
drift towards
=
langzaam in de richting gaan van
lead by example
=
het goede voorbeeld geven
overspending
=
te veel geld uitgeven
no matter
=
zonder te kijken naar / ongeacht
draw up / set
=
opstellen / maken
struggle
=
vechten
cash withdrawal
=
geldopname
suit
=
bevallen / passen bij
be at a loose end
=
niet veel geld hebben
window shop
=
etalages bekijken
position
=
functie
compulsory
=
verplicht / verplichte
GCSE
=
soort vmbo-t-examen
A level exam / A level
=
soort vwo-examen
warehouse
=
magazijn
legal
=
wettelijk / wettelijke
vacancy
=
vacature
conviction
=
veroordeling
convict
=
veroordelen
offence
=
overtreding
reference
=
referentie
voluntary
=
vrijwilligers
pastry chef
=
banketbakker
apprenticeship
=
stage (in het middelbaar beroepsonderwijs) / stage
on-the-job training
=
training in de praktijk / stage
competitor
=
deelnemer aan een wedstrijd
luck
=
geluk / toevalstreffer
anyway
=
eigenlijk
as long as
=
zolang
mate
=
kameraad
buzz / excitement
=
gevoel van opwinding / opwinding
take off
=
afpakken
land
=
landen / neerkomen
compulsion / addiction
=
verslaving
IOU
=
schuldverklaring (geld) / schuldverklaring
stakes
=
inzet / risico
rush
=
golf van opwinding
have no qualms about
=
geen bezwaar hebben tegen
recognise
=
herkennen
frequency
=
frequentie / regelmaat
distracted
=
afgeleid
curfew
=
avondklok
instant
=
onmiddellijk
eliminate
=
uitbannen / verwijderen
in moderation
=
met mate