Wozzol

Please check if the vocabulary list is correct before you learn it.

  • Engels Nederlands
  • comforting = troostend / geruststellend
  • sense = zintuig
  • be able = kunnen
  • within = in
  • both ... and = zowel … als
  • depend on = afhankelijk zijn van
  • nerve = zenuw
  • sound wave = geluidsgolf
  • scientist = wetenschapper
  • actually = eigenlijk
  • balance = evenwicht
  • thirst = dorst
  • background = achtergrond
  • frequency = frequentie
  • properly = zoals het hoort
  • partial = gedeeltelijk
  • loss = verlies
  • measure = meten
  • permanent = blijvend / permanent
  • raise your voice = hard praten / harder praten
  • exposure = blootstelling
  • achieve = bereiken
  • hazardous = riskant
  • face = uitkijken op
  • seem = lijken
  • style = stijl
  • way = manier
  • thousands of = duizenden
  • artist = kunstenaar
  • fewer = minder
  • fortunately = gelukkig
  • culture = cultuur
  • garlic = knoflook
  • mushroom = champignon / paddenstoel
  • savoury = pikant / kruidig / gekruid
  • boil = koken
  • stir = roeren
  • simmer = sudderen
  • suitable = geschikt
  • nutritious = voedzaam