Wozzol

Please check if the vocabulary list is correct before you learn it.

  • Engels Nederlands
  • a lot = heel veel
  • against = tegen
  • all right = goed
  • clear = duidelijk
  • congratulations = gefeliciteerd
  • first = ten eerste
  • from = uit
  • in stock = op voorraad
  • loose = los
  • missing = vermist
  • MOT = APK-keuring
  • on the front = aan de voorkant
  • over here = hier
  • over there = daar
  • shipping costs = verzendkosten
  • slowly = langzaam
  • that one = die
  • the battery = de batterij
  • the car lift = de autolift
  • the engine = de motor
  • the exam = het examen
  • the room = de ruimte
  • the screw driver = de schroevendraaier
  • the tyre = de band
  • this one = deze
  • tight = vast
  • to = aan
  • to boil = koken
  • to change / to replace = vervangen
  • to cool down = afkoelen
  • to deliver = bezorgen
  • to explain = uitleggen
  • to mean = bedoelen
  • to need to = moeten
  • to pass = slagen voor
  • to pick up = ophalen
  • to pour = schenken
  • to push = duwen
  • to put back = terugplaatsen
  • to remove = verwijderen
  • to run out of = op raken
  • to take off = ervan af halen
  • with = met