Wozzol

Please check if the vocabulary list is correct before you learn it.

  • Engels Nederlands
  • hair = het haar
  • ill, sick = ziek
  • wake up = wakker worden
  • to wake up

    wakker worden

  • awake = wakker
  • cold = koud
  • feel cold = het koud hebben
  • to feel cold

    het koud hebben

  • poor = arm
  • be thirsty = dorst hebben
  • to be thirsty

    dorst hebben

  • water = het water
  • a couple of = een paar
  • I'll see to it = komt in orde
  • noise = lawaai
  • nothing = niks
  • there's nothing I can do = ik kan er niks aan doen
  • dark = donker
  • (to) close = dichtdoen
  • sleep well = welterusten
  • have a cold = verkouden zijn
  • to have a cold

    verkouden zijn

  • open = open
  • closed; here: stuffed up = dicht
  • nose drops = neusdruppels
  • salt, salty = zout
  • paracetamol = de paracetamol
  • often, frequently = vaak
  • shake hands = een hand geven
  • to shake hands

    een hand geven

  • other people = anderen
  • earache = de oorpijn
  • particularly = vooral
  • warm; here: hot = warm
  • outside = (naar) buiten
  • wrong; here: at the wrong place = verkeerd
  • the chemist's, drugstore = de drogist
  • clear / clearly = duidelijk
  • over, above = boven
  • three times a day = driemaal daags
  • before meals = voor het eten
  • strong = sterk
  • (to) drive = autorijden
  • careful = voorzichtig
  • ‘got it' = begrepen
  • liquorice, licorice = het drop
  • sweet = zoet