EN
NL
FR
DE
ES
IT
Learn vocabulary
Tips
Study method
Start
Wozzol
Tips
Study method
About
Vocabulary lists
News
What can you do?
Learn vocabulary
Learn lines
Learn pictures
Explanation
FAQs
Articles
If you would like to learn more vocabulary in a foreign language please let us know.
Contact us
Vocabulary list
Vocabulary lists
Frans
De Uitgeversgroep
Frans op A2-niveau
A2 - Deel Vrijetijdssector - 1e editie
FRA 1, Hoofdstuk 6
Please check if the vocabulary list is correct before you learn it.
Actions
Open list to learn
Print the list as
flashcards
Export list as text file
Frans
Nederlands
conseiller
=
aanraden
artisinal
=
ambachtelijk
une serviette de plage
=
een badhanddoek
en début de
=
aan het begin van
la montagne
=
de bergen, het gebergte
confirmer
=
bevestigen
admirer
=
bewonderen
la plongée
=
de duik(sport)
adorer
=
dol zijn op
le mari
=
de echtgenoot
quelques
=
enkele
il y a trois jours
=
3 dagen geleden
individuellement
=
op eigen gelegenheid
moyen
=
gemiddeld
les excursions organisées
=
de georganiseerde excursies
la haute saison
=
het hoogseizoen
l’année
=
het jaar
l’enfant
=
het kind
les sabots
=
de klompen
la basse saison
=
het laagseizoen
la nuit
=
de nacht
la détente
=
de ontspanning
la campagne
=
het platteland
le polder
=
de polder
le prix, le tarif
=
de prijs
arranger, régler
=
regelen
voyager
=
reizen
un billet aller retour
=
een retourtje
conduire
=
rijden
le repos
=
de rust
nombreux
=
talrijk
la température
=
de temperatuur
un supplément
=
een toeslag
à votre disposition
=
tot uw beschikking
changer
=
veranderen
oublier
=
vergeten
le point de départ
=
het vertrekpunt
l’avion
=
het vliegtuig
prochain(e)
=
volgend(e)
préférer
=
de voorkeur geven
suggérer
=
voorstellen
la suggestion
=
het voorstel, de suggestie
gentil
=
vriendelijk
la chaleur
=
de warmte, hitte
faire du ski nautique
=
waterskiën
la semaine
=
de week
faire les magasins
=
winkelen 2
faire du shopping
=
winkelen 1
gagner
=
winnen, verdienen
chercher
=
zoeken
le soleil
=
de zon
sans
=
zonder