EN
NL
FR
DE
ES
IT
Learn vocabulary
Tips
Study method
Start
Wozzol
Tips
Study method
About
Vocabulary lists
News
What can you do?
Learn vocabulary
Learn lines
Learn pictures
Explanation
FAQs
Articles
If you would like to learn more vocabulary in a foreign language please let us know.
Contact us
Vocabulary list
Vocabulary lists
Frans
De Uitgeversgroep
Frans op A2-niveau
A2 - Deel Vrijetijdssector - 1e editie
FRA 1, Hoofdstuk 7
Please check if the vocabulary list is correct before you learn it.
Actions
Open list to learn
Print the list as
flashcards
Export list as text file
Frans
Nederlands
demande
=
aanvraag
la climatisation
=
de airconditioning
un studio
=
een appartement, kleine woning
une baignoire
=
een bad
le rez-de-chaussée
=
de begane grond
le début
=
het begin
réduit
=
beperkt
célèbre
=
beroemd
surveiller
=
bewaken
admirer
=
bewonderen
posséder
=
bezitten
intérieur
=
binnen
extérieur
=
buiten
exceptionnel
=
buitengewoon
immédiat
=
direct
la documentation
=
de documentatie
un lit simple
=
een één-persoonsbed
une île
=
een eiland
un bâtiment
=
een gebouw
savourer
=
genieten van
génial
=
geweldig, geniaal
guidé
=
met een gids
gratuit
=
gratis
au coeur de
=
in het hart van
la colline
=
de heuvel
compris
=
inbegrepen
de toute façon
=
in ieder geval
une pièce
=
een kamer
le séjour
=
de (woon)kamer
un coffre-fort
=
een kluis
un ascenseur
=
een lift
à pied
=
lopend, te voet
le four micro-ondes
=
de magnetron
le marché
=
de markt
le voisinage
=
de nabijheid
indispensable
=
noodzakelijk, onmisbaar
entouré de
=
omgeven door
un cadre
=
een omgeving
les environs
=
de omgeving (streek)
au-dessous de
=
onder
incroyable
=
ongelooflijk
environ
=
ongeveer
découvrir
=
ontdekken
loisirs
=
ontspanning, tijdverdrijf
inoubliable
=
onvergetelijk
également
=
ook, eveneens
le four
=
de oven
une navette
=
een pendeldienst
magnifique
=
prachtig
le bateau-mouche
=
de rondvaartboot
spacieux
=
ruim
une banquette-lit
=
een slaapbank
la beauté
=
de schoonheid
une région
=
een streek, regio
la chaîne
=
het televisiekanaal
payant
=
tegen betaling
compter
=
tellen
accessible
=
toegankelijk
prêter
=
uitlenen
excellent
=
uitstekend
équipé de
=
uitgerust met
la lave-vaisselle
=
de vaatwasser
à l’avance
=
van te voren
chauffée
=
verwarmd
une véhicule
=
een voertuig, auto
merveilleux
=
wonderbaarlijk
prière de….
=
u wordt verzocht om..
affaires
=
zaken
la piscine
=
het zwembad