EN
NL
FR
DE
ES
IT
Learn vocabulary
Tips
Study method
Start
Wozzol
Tips
Study method
About
Vocabulary lists
News
What can you do?
Learn vocabulary
Learn lines
Learn pictures
Explanation
FAQs
Articles
If you would like to learn more vocabulary in a foreign language please let us know.
Contact us
Vocabulary list
Vocabulary lists
Frans
De Uitgeversgroep
Frans op A2-niveau
A2 - Deel Vrijetijdssector - 1e editie
FRA 1, Hoofdstuk 9 ->
Please check if the vocabulary list is correct before you learn it.
Actions
Open list to learn
Print the list as
flashcards
Export list as text file
Frans
Nederlands
la monnaie
=
het betaalmiddel
utiliser
=
gebruiken
vivre
=
wonen, leven
le billet
=
het (bank)biljet
la pièce
=
het muntstuk
depuis
=
sinds, vanaf
participer à
=
deelnemen aan
faire partie de
=
deel uit maken van
la valeur
=
de waarde
le paiement
=
de betaling
la possibilité
=
de mogelijkheid
compter
=
tellen
important
=
belangrijk
le siège
=
de zetel
la plaine
=
de laagvlakte
les vignes
=
de wijngaarden
également
=
ook, eveneens
en outre
=
bovendien
actuel
=
huidig
environ, à peu près
=
ongeveer
séjourner
=
verblijven
le visiteur
=
de bezoeker
étranger
=
buitenlands
l’hébergement
=
de accommodatie 1
le logement
=
de accommodatie 2
la raison
=
de reden
rester
=
blijven
dans son propre pays
=
in eigen land
faire du ski
=
skiën