EN
NL
FR
DE
ES
IT
Learn vocabulary
Tips
Study method
Start
Wozzol
Tips
Study method
About
Vocabulary lists
News
What can you do?
Learn vocabulary
Learn lines
Learn pictures
Explanation
FAQs
Articles
If you would like to learn more vocabulary in a foreign language please let us know.
Contact us
Vocabulary list
Vocabulary lists
Frans
ThiemeMeulenhoff
Carte Orange 2e editie
2 gth
2 gth - Unité 1 - appr 5
Please check if the vocabulary list is correct before you learn it.
Actions
Open list to learn
Print the list as
flashcards
Export list as text file
Frans
Nederlands
fini
=
afgelopen
avoir envie de
=
zin hebben om
le matin
=
de ochtend
la carte
=
de kaart
donc
=
dus
il faut
=
we moeten, je moet / we moeten / je moet
lourd, lourde / lourd / lourde
=
zwaar
le sac à dos
=
de rugzak
le pied
=
de voet
selon
=
volgens
pas du tout
=
helemaal niet
perdu
=
verdwaald
assez
=
tamelijk
faire demi-tour
=
omkeren
répéter
=
herhalen
continuer
=
doorlopen, doorgaan / doorlopen / doorgaan
jusqu’à
=
tot
ensuite
=
vervolgens
arriver
=
aankomen
monter
=
opzetten (van een tent) / opzetten van een tent / opzetten
avancer
=
opschieten, vooruitgaan / opschieten / vooruitgaan
la solution
=
de oplossing