Wozzol

Please check if the vocabulary list is correct before you learn it.

  • Frans Nederlands
  • le cake = de cake
  • le chocolat = de chocola
  • la framboise = de framboos
  • le dessert = het dessert
  • délicieux, délicieuse / délicieux / délicieuse = heerlijk
  • facile = makkelijk
  • la personne = de persoon
  • il faut = er is nodig
  • le morceau = het stukje
  • le sachet = het zakje
  • le moule = de vorm
  • ajouter = toevoegen
  • le bol = de kom
  • mélanger = mengen
  • puis = vervolgens
  • verser = schenken
  • le four = de oven
  • servir = opdienen
  • la glace = het ijs
  • un ananas = een ananas