Wozzol

Please check if the vocabulary list is correct before you learn it.

  • Frans Nederlands
  • la côte = de kust
  • de retour = terug
  • il écrit = hij schrijft
  • cher, chère = lieve, beste, duur
  • Le VTT = de mountainbike
  • un après-midi = een middag
  • le voyage = de reis
  • un air conditionné = een airconditioning
  • ce n’est pas évident = dat valt niet mee
  • en plein été = middenin de zomer
  • le degré = de graad
  • une ombre = een schaduw
  • ouvrir = openen
  • la vitre = het raam
  • distribuer = uitdelen
  • la bouteille = de fles
  • juste = net
  • ralentir = langzamer rijden
  • plus tard = later
  • un arrêt = een stop
  • complet, complète = compleet
  • sauf = behalve
  • discuter = praten
  • le portable = de mobiele telefoon
  • à suivre = wordt vervolgd
  • finalement = ten slotte
  • grosses bises = veel liefs