Wozzol

Please check if the vocabulary list is correct before you learn it.

  • Frans Nederlands
  • le champion = de kampioen
  • combiner = combineren
  • les études = de studie
  • environ = ongeveer
  • la vague = de golf
  • y = er
  • la météo = het weerbericht
  • savoir = weten
  • inscrit = ingeschreven
  • le cours par correspondance = de schriftelijke cursus
  • je reçois = ik ontvang
  • le contrôle = de overhoring
  • un avantage = een voordeel
  • au lieu de = in plaats van
  • un instant = een moment
  • arriver à = erin slagen om
  • suivre = volgen
  • se détendre = zich ontspannen
  • jouer de la batterie = drummen
  • en dehors de = buiten, behalve / buiten / behalve
  • la plupart = de meeste, het merendeel / de meeste / het merendeel
  • l'étranger = het buitenland
  • je sais = ik weet