Wozzol

Please check if the vocabulary list is correct before you learn it.

  • Frans Nederlands
  • le facteur = de postbode
  • le colis = het pakje
  • ouvre = maak open
  • la surprise = de verrassing
  • je lis = ik lees
  • avoir honte de = zich schamen voor
  • emmener = brengen, wegbrengen / brengen / wegbrengen
  • embrasser = zoenen
  • supporter = verdragen
  • fermer = sluiten
  • la porte = de deur
  • la clé = de sleutel
  • la façon = de manier
  • s’habiller = zich kleden
  • ringard = ouderwets, stom / ouderwets / stom
  • bizarre = raar
  • critiquer = bekritiseren