Wozzol

Please check if the vocabulary list is correct before you learn it.

  • Frans Nederlands
  • le sourire = de glimlach
  • un appareil dentaire = een beugel
  • se sentir = zich voelen
  • complètement = volkomen, helemaal / volkomen / helemaal
  • ridicule = belachelijk
  • une impression = een indruk
  • la dent = de tand
  • la bouche = de mond
  • ça ne se remarque pas = het valt niet op
  • se rappeler = zich herinneren
  • le nom = de naam
  • la jeunesse = de jeugd
  • s’ennuyer = zich vervelen
  • lent = langzaam, traag / langzaam / traag
  • une histoire = een verhaal
  • se passer = gebeuren
  • la poursuite = de achtervolging