Wozzol

Please check if the vocabulary list is correct before you learn it.

  • Frans Nederlands
  • fier = trots
  • mort = dood, overleden / dood / overleden
  • survivre = overleven
  • éviter = vermijden
  • hier = gisteren
  • fou, folle / fou / folle = gek
  • avoir l'intention = van plan zijn
  • un défi = een uitdaging
  • rire = lachen
  • emporter = meenemen
  • il y a (deux jours) = (twee dagen) geleden
  • il y a deux jours = twee dagen geleden
  • il y a = geleden
  • monter = beklimmen
  • imaginaire = denkbeeldig
  • mains nues = met blote handen
  • toujours = altijd, nog steeds / altijd / nog steeds
  • traduit = vertaald
  • arrêter = stoppen
  • depuis = sindsdien
  • trop vieux = te oud
  • plusieurs = meerdere, verschillende / meerdere / verschillende