Wozzol

Please check if the vocabulary list is correct before you learn it.

  • Frans Nederlands
  • le serveur = de ober
  • l'eau = het water
  • la tranche = het plakje, het schijfje / het plakje / het schijfje
  • le citron = de citroen
  • la salade = de salade
  • la boule = het bolletje
  • une addition = een rekening
  • laisser = laten
  • le pourboire = de fooi
  • tu dis = jij zegt / je zegt
  • dire = zeggen
  • un oignon = een ui
  • plutôt = liever
  • le melon = de meloen
  • le jambon = de ham
  • la saucisse = het worstje
  • le poulet = de kip
  • la boisson = de drank
  • le verre = het glas
  • ça vous a plu? = vond u het lekker?