EN
NL
FR
DE
ES
IT
Learn vocabulary
Tips
Study method
Start
Wozzol
Tips
Study method
About
Vocabulary lists
News
What can you do?
Learn vocabulary
Learn lines
Learn pictures
Explanation
FAQs
Articles
If you would like to learn more vocabulary in a foreign language please let us know.
Contact us
Vocabulary list
Vocabulary lists
Frans
ThiemeMeulenhoff
Franconville
3 vmbo
Etape 4
Please check if the vocabulary list is correct before you learn it.
Actions
Open list to learn
Print the list as
flashcards
Export list as text file
Frans
Nederlands
l’émotion
=
de emotie / het gevoel / de emotie, het gevoel
la blague
=
de grap
quelle horreur!
=
wat vreselijk!
gâté
=
verwend
le
=
hem / het / hem, het
la
=
haar / het / haar, het
jaloux / jalouse
=
jaloers
l’idée
=
het idee
tu connais
=
je kent
la star
=
de beroemdheid
sérieux / sérieuse
=
serieus
courageux / courageuse
=
dapper
l’assistant
=
de assistent
l’assistante
=
de assistente
avoir la trouille
=
in de rats zitten / bang zijn / in de rats zitten, bang zijn
se moquer de
=
uitlachen
le couteau
=
het mes
les couteaux
=
de messen
lancer
=
gooien
fermer
=
sluiten
toi-même
=
jijzelf
marrant
=
grappig
cru
=
geloofd
remonter le moral
=
opvrolijken
l’humeur
=
het humeur
l’équipe
=
het team
gagner
=
winnen
facile
=
gemakkelijk
ravi
=
dolblij
fier / fière
=
trots
partout
=
Overal
le courage
=
de moed
ça m’inquiète
=
dat maakt me ongerust
ridicule
=
belachelijk
vexer
=
beledigen
nul
=
waardeloos
fâché
=
boos
s’intéresser à
=
zich interesseren voor
la chance
=
het geluk
le test
=
de toets
fatigué
=
moe
crevé
=
doodop
marquer un but
=
een doelpunt maken
final
=
laatste
maladroit
=
onhandig
le plongeoir
=
de duikplank
en haut
=
boven
plonger
=
duiken
redescendre
=
weer naar beneden gaan
en plus
=
bovendien / ook nog / bovendien, ook nog
insultant
=
beledigend
la finale
=
de finale
mal dormir
=
slecht slapen