EN
NL
FR
DE
ES
IT
Learn vocabulary
Tips
Study method
Start
Wozzol
Tips
Study method
About
Vocabulary lists
News
What can you do?
Learn vocabulary
Learn lines
Learn pictures
Explanation
FAQs
Articles
If you would like to learn more vocabulary in a foreign language please let us know.
Contact us
Vocabulary list
Vocabulary lists
Frans
ThiemeMeulenhoff
Franconville
2 vmbo
Etape2
Please check if the vocabulary list is correct before you learn it.
Actions
Open list to learn
Print the list as
flashcards
Export list as text file
Frans
Nederlands
le marché
=
de markt
la liste
=
de lijst
faire les courses
=
boodschappen doen
il faut
=
we moeten / men moet / je moet / we moeten, men moet, je moet
acheter
=
kopen
le beurre
=
de boter
la confiture
=
de jam
le légume
=
de groente
l’huile
=
de olie
la viande
=
het vlees
finir
=
eindigen
le Gouda
=
de Goudse kaas
un Emmental
=
een Emmentaler kaas
bon
=
lekker
doux
=
zacht
délicieux
=
heerlijk
avoir faim
=
honger hebben
manger
=
eten
quelque chose
=
iets
avoir soif
=
dorst hebben
laisse!
=
laat maar!
le croque-monsieur
=
de tosti
mademoiselle
=
juffrouw
arrête!
=
stop!
ça suffit
=
dat is genoeg
le sac
=
de tas / de zak / de tas, de zak
avoir besoin de
=
nodig hebben
la tomate
=
de tomaat
le kilo
=
de kilo
désirer
=
wensen
le gramme
=
de gram
la pomme de terre
=
de aardappel
le haricot vert
=
de sperzieboon
une aubergine
=
een aubergine
la courgette
=
de courgette
le poivron
=
de paprika
un oignon
=
een ui
l'ail
=
de knoflook
le fruit
=
de vrucht, het fruit / de vrucht / het fruit
une orange
=
een sinaasappel
la fraise
=
de aardbei
bonne journée
=
prettige dag
ma chérie
=
mijn liefje
le marchand
=
de koopman
porter
=
dragen
lourd
=
zwaar
moins
=
minder
tu sais
=
jij weet
une idée
=
een idee
excellent
=
uitstekend
le dessert
=
het toetje